Dr. A.H.M. Kayen (1945, getrouwd, 3 kinderen) studeerde in 1971 af in de Fysisch Organische Chemie aan de Universiteit van Amsterdam.
Gesteund door de Nederlandse Organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO) promoveerde hij in 1975 (dissertatie: Photochemistry of Geminal Chloronitroso Compounds).
Van 1969 tot 1979 was hij parttime docent aan het VWO. Tevens leidde hij HBO- laboratoriummedewerkers op. In 1975 trad hij in dienst bij het Koninklijke / Shell-Laboratorium Amsterdam, en was hij actief in Process Development voor Shell’s epoxyharsen.
Van 1979 tot 1981 was hij geplaatst als Group Leader Product Development and Customer Technical Service voor epoxy poeder coatings bij Shell Development Company in Houston (U.S.A.).
Teruggekeerd in Nederland, werd hij benoemd tot Senior Advising Technologist in de chemische fabrieken van Shell Nederland Chemie (SNC) in Pernis. Hij was verantwoordelijk voor C4 / C5 butadieen/isopreen monomeren, en later ook isoprene rubbers, styreen/butadieen rubbers ,epoxy harsen, op EO / PO gebaseerde polyolen en de epoxy esters van “VERSATIC” zuren.
In 1985 verhuisde hij naar het SNC kantoor in Rotterdam als hoofd van de afdeling Product Application Development and Market Research voor industrie chemicaliën en ontwikkeling van Shell polymeren in de Benelux. Hij was secretaris van het Management Team van SNC Rotterdam en lid van diverse industriële commissies.
Terug in Pernis in 1988, werd hij hoofd Technology voor de productie van Landbouw- en Fijnchemicaliën. Zijn groep was verantwoordelijk voor technische / economische beoordeling, ontwikkeling en implementatie van nieuwe processen alsmede het verbeteren van de reeds bestaande technologieën.
Daarnaast doceerde hij van 1990 tot 2000 Industriële Chemie aan de Rijksuniversiteit Leiden.
In 1993 werd Harre Kayen benoemd tot Head Plastics Waste Management bij Shell Internationale Chemie Maatschappij (SICM) in Den Haag. Voor de Koninklijke / Nederlandse Shell Groep adviseerde hij over technologische beoordeling van processen ter verwijdering van afvalstromen van gemengde kunststoffen. Kayen ondersteunde pogingen om de balans tussen kosten en milieubelasting van de verschillende opties voor de verwijdering van afvalstoffen te kwantificeren. Hij begeleidde meerdere door Overheid en Industrie gezamenlijk uitgevoerde levenscyclus analyse (LCA) studies over kunststofafval en polymeerverbranding.
Als secretaris van de Energy Task Force van de APME (Association of Plastics Manufacturers in Europe), droeg hij bij aan R&D over de effecten van polymeerverbranding op grote schaal bij afvalverbrandingsinstallaties in Duitse en Zweedse steden.
In 1996 is Kayen overgestapt naar de ‘Stuurgroep PVC and Ketenbeheer’ in Nederland. De Stuurgroep, gezamenlijk gefinancierd door de Nederlandse PVC-fabrikanten en verwerkers, richt zich op het bepalen van de milieueffecten van PVC toepassing door het genereren van wetenschappelijk verantwoorde en verifieerbare gegevens. Als Stuurgroepcoördinator heeft dr. Kayen gezocht naar opties voor verdere minimalisering van de milieueffecten van productie en gebruik van PVC. Hij vertegenwoordigde de PVC-industrie in de besprekingen met de Nederlandse overheden (Min VROM, EZ, VWS), alsmede in industriële commissies en met NGO's.
Eind 1999 trok Harre Kayen zich als coördinator terug, maar bleef beschikbaar als adviseur van de polymeer- en chemische industrie.
Sinds 2000 biedt Kayen Executive Search Services. Tevens werd hij benoemd als voorzitter van de Onderwijs Advies Commissie van de afdeling Hoger Laboratorium Onderwijs aan de Hogeschool te Leiden. Tot slot was hij vice-voorzitter van de ‘Chemie Historische Groep’ KNCV (1998-2010) en is hij voorzitter van de ‘Rotterdamsche Chemische Kring’ van de KNCV.